Mossen

De eerste mossen waren de levermossen zoals het Parapluutjesmos. Vanuit deze primitieve levermossen zonder huidmondjes ontstonden levermossen met huidmondjes en vervolgens Hoornmossen en Bladmossen ook met huidmondjes. Met deze aanpassingen werd het steeds beter mogelijk om periodieke uitdroging te kunnen doorstaan. Ook hoogte is een succesfactor bij sporenverspreiding en daarvoor moet een plant stevig weefsel hebben om overeind te kunnen blijven.